JOHN HOWE werd 17 mei 1630 geboren. Hij begon zijn studie aan de Universiteit te Cambridge op 17 mei 1647, daarna te Oxford, waar hij de graad van B.A. behaalde, 9 juli 1652. Kort daarop werd hij hulpprediker te Winwick, ruim 2 jaar later predikant te Torrington.

Howe was een voorstander van de Presbyteriaanse [gereformeerde] kerkregering maar sympathiseerde ook met de Independenten. Zijn ijver was buitengewoon. Op biddagen stond hij van 9.00 tot 4.00 uur op de preekstoel, met 1 kwartier onderbreking. Toen Olivier Cromwell Howe hoorde preken, stelde hij hem aan als hofprediker in Londen, 1656. Daar bleef hij ook tijdens het bewind van Richard Cromwell. Howe bleef tijdens die periode aan zijn gemeente te Torrington verbonden door er 3 maanden in 't jaar ambtelijk werk te verrichten. In 1659 beëindigde hij z'n ambt bij het Parlement.

In 1662 werd Howe, evenals honderden andere leraars, door de regering uit zijn ambt gezet door de zgn. Uniformity Act. Hij moest Torrington verlaten en preekte daarna waar er gelegenheid was. In 1670 verhuisde Howe naar Dublin en preekte op diverse plaatsen. Tevens verzorgde hij een opleiding voor presbyteriaanse godgeleerden. In 1676 werd Howe beroepen in een presbyteriaanse gemeente te Londen. Onder de vervolgingen van hem en zijn gemeenteleden leed zijn gezondheid. Hij kon zich niet meer veilig op straat begeven.

In aug. 1685 vertrok Howe naar Holland en vestigde zich in Utrecht, 1686. Hij preekte in de Engelse Kerk met z'n collega Matthew Meade, de schrijver van het bekende boekje: "De bijna-christen ontdekt". In 1687 ging hij naar zijn Londense gemeente terug, nadat hij Prins Willem III geraadpleegd had. Tijdens zijn Londense periode zei Thoresby, een toehoorder op 19 mei 1695: "Howe preekte weergaloos". Howe was een nederig man die Gods Woord evenwichtig en levendig verklaarde.

In het laatst van zijn leven leed Howe aan verschillende kwalen, maar was goedsmoeds, zelfs onder de hevigste pijn. Op zijn sterfbed gaf hij opdracht aan z'n zoon George al zijn papieren te verbranden, behalve z'n preken. Uitgeteerd stierf Howe op 2 april 1705. Howe liet een groot aantal preken na, die meest tijdens zijn leven werden uitgegeven. Ze werden in het engels gedrukt in 1724, 1810, 1837, 1848 en 1862.

Howe is evenals de meeste Puriteinen ruim in z'n verklaring over de herschepping van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, volgens o.a. Jesaja 65:17. Allen stemmen overeen dat dit in de eerste plaats ziet op de N.T. kerk. Door de uitstorting van de Heilige Geest werd de christelijke kerk onder Jood en heiden gevestigd. Echter, hoe klein was ze in de wereld. Toch wordt het een herschepping genoemd. Zou dan de bekering van Israël en de wereldwijde bloei van de kerk geen herschepping genoemd worden?

De lezer die meer wil weten over de verlevendiging van de kerk des Heeren leze ook de preek van THOMAS BOSTON over Zach. 12:12 in het boekje "De bekering van Israël", uitgeverij Bolier, Elspeet, 1992. De Heere gebiede Zijn zegen over deze preek van Howe opdat de hoop van de kerk verlevendigd mag worden, om Zijn verbonds wil.

Middelburg, 6 juni 1992.

W.Westerbeke.

Citaat van John Howe overgenomen uit "The Puritan Hope", blz.86.

"Het is een heel ernstige misvatting om onze gedachten en ons hart méér te zetten op de heerlijkste staat van de kerk die op aarde ooit zou kunnen komen, dan op de volmaakte gelukzaligheid boven. Wij behoren dat niet toe te laten om ons, op welke wijze dan ook, daaraan over te geven. Wij weten dat wij allen maar een klein poosje op deze wereld kunnen leven en dat er een volmaakte rust, vrede en heerlijkheid overblijft voor het volk van God. Wij hebben daarom geen voorwendsel om al te nieuwsgierig te onderzoeken in welke tijd deze of gene goede dingen in de kerk des Heeren op aarde zullen gebeuren. Het is ijdel om in onze gedachten hierop te rusten: Zou ik het niet mogen beleven om het nog te mogen zien? Want wij behoren toch te weten dat er maar één handbreed is tussen ons en de heerlijkheid, indien wij de Heere toebehoren. Morgen kan het de tijd zijn van onze heerlijkmaking. Wij behoren te leven in de gedurige verwachting van te kunnen sterven om dan in een betere staat te komen dan de kerk hier ooit zijn zal. Het is en groot gebrek en een misvatting in onze geest, als we dieper zouden nadenken, als we nieuwsgieriger zouden zijn naar heerlijke dingen op deze wereld, dan uit te zien naar de beste dingen die er ooit kunnen zijn en naar oneindig betere dan wij kunnen bedenken in de hemel."

J. Howe was een echte Puriteinse godgeleerde. Nauwgezet in z'n wandel en een heldere blik in de Schrift. De tekstuitleg van de Puriteinen uit de 17e eeuw, kenmerkt zich door de letterlijke betekenis toe te lichten en de geestelijke te verklaren. De meesten hadden ook veel belangstelling voor de onvervulde profetie. Ondanks verschil in tekstbewijs komen ze overeen dat de bekering van de Joden een nieuw leven voor de kerk betekent. Een wereldwijde opbloei van Christus' kerk. Howe bouwt zijn geloof op de O.T. profetie vergeleken met de leer van Paulus in Rom.11. Als wij navolgers van Paulus willen zijn is het bovenal nodig dat we als verloren zondaars tot Christus komen en Hem aannemen als de Zaligmaker. Maar ook dat we Hem verwachten als de Vervuller van Zijn beloften.