De geschiedenis van Klein Geloof

W. Huntington. s. s.

 

VOORREDE

AAN DE. VERZWAKTEN (Psalm vi: 3), KRANKEN (1 Cor. xi: 30), HINKENDEN (Psalm XXXVIII 18), TREURENDEN (Jes. LXI: 3), BEZWIJKENDEN (Spreuk. xxiv 10), ZWAKKEN (Psalm XXXVIII: 8) EN VREESACHTIGEN (les. xxxv: 4), BROEDERSCHAP VAN SION; HETZIJ ONDERSCHEIDEN DOOR DE NAAM VAN LAMMEREN (Joh. xxi: 15), GEITEN (Hoogl. i: 8), KINDERKENS (1 Joh. ii: 12), NIEUW GEBORENE KINDERKENS (1 Petr. ii: 2), DUIVEN (Jes. LX: 8) KONIJNEN (Spreuk. xxx: 26) OF MIEREN (Spreuk. xxx: 25) OF WELKE WEZENLIJKE OF FIGUURLIJKE NAAM ZIJ MOGEN DRAGEN IN DE GEESTELIJKE EN EINDELOZE GESLACHTSLIJST ZENDT HUNNEN VRIEND EN NEDERIGEN DIENAAR GROETEN MET VOLMAAKTE VREDE, OP ZULK ENEN TIJD.

ZWAKKE LIEDEN!

Ik heb lang ene sterke begeerte gehad om ene kleine verhandeling uit te geven, welke (onder Gods zegen) u tot nut kan zijn, Ene kennis van mijne eigene zwakheid, en de overvloedige berichten van de zwakken in het geloof, die in de Heilige Schrift vermeld zijn, hebben mij aangezet om enen arbeid van dezen aard te ondernemen, En hetgeen enigen aandrang aar! mijne begeerte gaf, was, dat ik vele voortbrengselen, zowel oudere als nieuwere, tot dat einde bestemd, gelezen heb, die met gezonde Godgeleerdheid in strijd zijn; de schrijvers zijn van de leerstellingen van Christus afgeweken, en hebben de verzwakten in de verdorven grondbeginselen van de vrijen wil gevolgd; en schijnen zover van de grondslag der waarheid verwijderd, als de verzwakten van de verzekering der rotsen; welke, in plaats van hen van de ouden bodem af te brengen, hen daarop bevestigt.

De waarheid voor hen te verbergen of achter te houden, of te trachten om hen op een grondslag buiten Christus te verzekeren, is hen te bevestigen, daar waar geen grond is. Zulk pleisteren moet uitgerukt, en ter neder geworpen, eer het hart ooit verzekerd kan worden. Job ontdekte zijne vrienden en vertroosters hieraan, zeggende: "Hoe dan, troost gij mij te vergeefs, ziende dat er in uwe antwoorden valsheid overblijft?" Job XXI: 34. Dit is een opbouwen in de leugen, in plaats van de waarheid; en als noch de grondslag, noch het gebouw de toets van Gods woord kunnen weerstaan, hoe zullen zij dan "bestraffingen met vlammen vuurs" verduren! Sommigen verkiezen niet slechts de leerstukken der Verkiezing Gods en de Voorverordinering achter te houden, maar er lichtvaardig over te spreken, opdat die dingen hun niet zouden verschrikken, ontzetten, of terug jagen; hetwelk ene aanmoediging is van hunnen opstand tegen hunnen Formeerder, in plaats van hen op te, bouwen in hun allerheiligst geloof, door de waarheid van Gods uitverkiezing aan te dringen. De Zaligmaker gebood Klein Geloof, zowel als al de overigen., zich "te verheugen omdat hun namen in de Hemelen geschreven waren; en verheugde zich in de, geest voor hen, omdat Zijn hemelse Vader deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen had, en de kinderkens geopenbaard;" en dewijl Hij ze Kinderkens noemt, schijnt het dat zij merendeels, zo niet allen, op dien tijd kleingelovigen waren. En Petrus gelast de pasgeboren kinderkens, zowel als de anderen, om "hun roeping en verkiezing vast te maken; want zulks. doende, zult gij nimmermeer struikelen". Dewijl de Zaligmaker deze dingen openbaarde als ene zaak van vreugde, en Petrus, als hun veiligheid; wat bedoelen dan die heren, die ze tot niets dan struikelblokken en rotsen der ergernissen herscheppen? Als dit fundament Gods vast staat, hebben dezen, zegel, welke verzekering kunnen dan zulke lieden voorstaan; en welke geestelijke indruk kunnen zij verwachten, die' geleerd worden om deze dingen te bespotten, en gebouwd zijn op enen zandgrond, waar hun verderf zeker is, groot te zullen zijn?

Wat mij betreft, (en ik spreek uit ondervinding) het zou mij niet verwonderen, wanneer een belijder die dusdanig misleid en verhard was, zijne dagen in een krankzinnigenhuis eindigende, of door zelfmoord ontkwam. Ik weet dat dit bij velen, het geval is geweest, die de strijd hebben gewaagd tegen de verkiezing en het voornemen Gods, totdat zij, in rechtvaardig oordeel, aan de duivel zijn overgegeven, gelijk Alexander de kopersmid, en Hymeneus, die de waarheid tegenstonden, totdat zij beiden aan de satan werden overgegeven, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren, 1 Tim. 1: 20. Voor zoverre ik voorgelicht ben om te zien, heb ik getracht nauw bij de waarheid te blijven; want het is voor mij een genoegen, zowel als het zulks voor Johannes was, die zich verheugde als hij zag, dat niet alleen de uitverkorene vrouw, maar "ook hare kinderen in de waarheid wandelden." 2 Joh. 1 5.

Ik was enigen tijd in tweestrijd welken vorm ik zou aannemen om mijne gedachten onder u te zenden, en verschillende vormen werden ontworpen, totdat ik ten laatste besloot ze in de vorm van ene samenspraak te geven, als zijnde de bevattelijkste wijze, waartoe ik aangemoedigd werd door het Hooglied. De personen die bestemd zijn om het voor te dragen zijn: Een Rentmeester van de Koninklijke Huishouding, en een Herder van des Konings Kudde, welke beiden Schriftuurlijke beelden zijn, en aan de Rechtvaardigen goed bekend.

Ik ben enigszins overvloedig geweest met het woord Gods, wetende dat zwakke zielen na hun eerste ontwaken, met grote omzichtigheid voortgaan, en niets durven wagen zonder geestelijke waarschuwing; geboden zijnde zich te ontzetten, hunnen weg te zuiveren, door daarop acht te geven overeenkomstig Gods woord'.

Het is niet te verwachten dat een werk van dezen aard van enig nut kan zijn voor gelovigen, die opgewassen zijn en bevestigd in de tegenwoordige waarheid, "zij die mannen zijn, doen de kinderachtige dingen ter zijde" of zij zouden begerig moeten zijn om ene kaart van hun reizen te zien, of naar ene doorlezing van het dagboek hunner kindse dagen, toen zij aan de leiband liepen.

Er zijn ten allen tijde enige van Gods kinderen geweest en er zullen er tot het einde der tijden zijn, die wankelen aan de beloften, en neergebogen gaan, uit vrees van mislukking, wien de rust der heiligen ontbreekt, of de genade Gods missen. Derzulken wordt het daarom opgedragen, en voor dezulken is het bestemd; hopende, dat, dewijl God ons geboden heeft ",de zwakke handen te versterken, en de wankelende knieën te schragen", het Hem mag behagen, het op de weg van velen hunner te werpen, en de lezing er van te zegenen tot hunner zielen groei, troost, en bevestiging.

Er worden er velen in de eenvoudigheid en kracht des Evangeliums gevonden, die zeer weinig licht bezitten in de grote dingen daarvan; en velen werden verlicht om grote dingen in de letter daarvan te ontdekken, die er nooit de eenvoudigheid van kenden noch de kracht er van gevoelde.

Mijn doel in dit werk is niet om Klein Geloof te believen, noch om hem te dulden in zijne grillen, noch om zijne twijfelzucht aan te moedigen, noch om hem in valsheid op te bouwen, veel minder om hem in het ongeloof te bevestigen. Waar ik naar streef, is om, hem te tonen wat Geloof is, en wat niet; waar hij recht in heeft, en waar hij ongelijk in heeft; wat in hem te rechtvaardigen is, en wat te berispen; wat hij van zich zelve zegt, en wat God van hem getuigt; wat God aan hem verricht heeft, en wat verwacht kan worden dat voor hem gedaan zal worden, overeenkomstig de belofte: en het verschil tussen een zuigeling in de genade en een verscheurende wolf; Klein Geloof, en een kleine vos; de oprechtheid des enen, en de inwendige list des anderen. De ene heeft de waarheid lief, de andere haat dezelve; de ene beeft voor het woord, de andere is er tegen verhard; de ene komt tot het licht, de andere klemt zich aan de duisternis vast; de ene eert hen die de Heere vrezen, en veracht de slechten; de andere haat de rechtvaardigen, en spreekt goeds van de valse profeten en hierin worden de kinderen Gods en de kinderen des duivels openbaar.

Er is enige melk, Lezer! en enige vaste spijze; iets goeds voor de Heere de God Israëls, hetwelk is het geloof; en enige slechte dingen, zoals ongeloof, en verkleefdheid aan het vlees, hetwelk afkerig van Hem is. In het kort, gij zult enigen van uwe beste gestalten en enigen van uwe slechtste gevoelens, uwe beste en uwe slechtste uren, edele daden, en ellendige misleidingen; moedige schoonheden, en bezwijkende toestanden; de waarheid der genade, en vleselijke zwakheden zien aangewezen. Dat de Heere er Zijnen zegen op geve, en er vertroosting aan toevoege, is het gebed en de begeerte,

KLEINE KUDDE!

Van Uwen dienstwillige Vriend en Dienaar

in Christus Jezus,

Wm. HUNTINGTON. s. s.

Winchester Row

Paddington.